Verplichting van de werkgever om jongeren in zo veilig en gezond mogelijke omstandigheden te laten werkenSinds de verspreiding van het coronavirus duiken heel wat vragen op over de impact van dit virus op de tewerkstelling van jongeren als jobstudent, in het kader van een stage, enz. en de noodzaak om hun veiligheid en gezondheid zoveel mogelijk te waarborgen.
Naast de specifieke preventiemaatregelen die de werkgever moet nemen ten aanzien van jongeren en stagiairs, zijn er ook een aantal algemene verplichtingen bij de tewerkstelling van jongere werknemers. Als er bovendien maximaal aandacht wordt besteed aan de maatregelen binnen de onderneming om de verspreiding van het coronavirus tegen te gaan, kunnen jongeren ook in deze tijden veilig aan het werk.
De werkgever dient de nodige maatregelen te nemen voor het onthaal en de begeleiding van deze jongeren.
Hij vraagt hierover het advies van de interne preventieadviseur en van het Comité voor preventie en bescherming op het werk (CPBW). In dit kader kan er ook overleg gepleegd worden over de opportuniteit van het inzetten van jongeren.
Het onthaal van een beginnende jongere kan georganiseerd worden door de werkgever zelf of door een lid van de hiërarchische lijn. Er wordt door de werkgever of door een lid van de hiërarchische lijn ook een ervaren werknemer aangeduid die de begeleiding van de jongere werknemer op zich zal nemen.
De jongere werknemers moeten de nodige informatie en instructies ontvangen over het werk dat ze zullen moeten uitvoeren, over mogelijke risico's en over de maatregelen die van toepassing zijn om deze risico’s te voorkomen of te beperken.
De leden van de hiërarchische lijn moeten controleren of de taken worden uitgevoerd door werknemers die de daartoe vereiste bekwaamheid hebben en de nodige opleiding en instructies ontvingen. Bovendien waken ze over de naleving van de instructies en of de werknemers de inlichtingen die ze kregen goed begrijpen en in de praktijk omzetten.
De werkgever moet ervoor zorgen dat de jongere werknemers een voldoende en aangepaste vorming krijgen in verband met het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk die speciaal gericht is op hun werkpost of functie.
Deze vorming moet aangepast worden aan de ontwikkeling van de risico’s en aan het ontstaan van nieuwe risico’s.
Bron: werk.belgie.be |